HOE WERKT HET REKENMODEL?
De optimalisering van de voeding is te
vergelijken met een strafpuntensysteem.
Elke verandering in de gemiddelde consumptie
levert strafpunten op. Grotere veranderingen
(in grammen product) leveren meer strafpunten
op. In het door het RIVM gebruikte model
neemt het aantal strafpunten kwadratisch toe
met het aantal grammen waarmee is
geschoven. Eén gram verschuiving levert één
strafpunt en 100 gram/dag 10.000 strafpunten.
Grote veranderingen bij een voedingsmiddel
krijgen meer strafpunten. Kramer: ‘Kwadratisch
programmeren vermijdt grote sprongen in de
vervangingen. Het werkt het meest geleidelijk,
waardoor er realistische adviezen uit het model
komen. Optimeal® wijzigt bij kwadratisch
programmeren bij de meeste producten een
klein beetje (achter de komma) en bij circa 10
van de 200 producten is de verschuiving groter.’
De eerste stap van de optimalisatie pakt het
grootste verschil tussen de huidige voeding en
de gestelde criteria aan. Dit verschil betreft de
grootste afstand tussen de bestaande inneming
en de grenzen van de criteria, gevolgd door het
op één na grootste verschil. Dit gaat door tot
de voeding aan alle 49 criteria voldoet. Het
model selecteert het voedingsmiddel dat met
de kleinste hoeveelheid het voedingskundige
criterium, zoals voedingsvezel, haalt.
voeding van de Gezondheidsraad die geen onder-
scheid maakt binnen groepen voedingsmiddelen als
groente, fruit en rood vlees. Door de verhoudingen
in de groepen constant te houden blijft de optimale
voeding dichter bij de huidige voeding. De conse-
quentie is wel dat er minder mogelijkheden zijn om
voedingsmiddelen uit te wisselen en dat beperkt,
volgens Kramer, de oplossingsruimte aanzienlijk.
Kramer: ‘Doordat de oplossing binnen de criteria
moet vallen, kan het zijn dat er flinke verschuivingen
nodig zijn met wat binnen de uitgangspunten wel
mogelijk is.’
Een model is niet de werkelijkheid
Blindelings vertrouwen op de uitkomsten van een
model is onverstandig. Een model is een vereen-
voudigd beeld van de werkelijkheid en is voor een
bepaald gebruiksdoel gemaakt. Het is een pragma-
tisch hulpmiddel zonder universele geldigheid.
Kramer: ‘Het eindresultaat moet wel een ‘sanity
check’ ondergaan: nagaan of de oplossing plausibel
is en logisch te verklaren is.’ Voor verschillende
bevolkingsgroepen heeft Optimeal® grote verschil-
len in het eindresultaat gegenereerd. Bijvoorbeeld
het optimum voor de drankenconsumptie ligt voor
19-30 jarige mannen bij 969 gram/dag en voor
19-30 jarige vrouwen meer dan drie keer hoger
(3.524 gram/dag). Van Rossum: ‘Voor de 19 tot 30
jarigen is het blijkbaar lastig om zonder grote afwij-
'Een model is een vereenvoudigd
beeld van de werkelijkheid, een
pragmatisch hulpmiddel zonder
universele geldigheid’
NIEUWE SCHIJF VAN VIJF
22|
‘Blindelings vertrouwen op de uitkomsten van een model is onverstandig’
Suiker in perspectief, mei 2016