Basic HTML Version
omdat het lichaam de mogelijkheid heeft in de
behoefte aan glucose te voorzien door gluconeogenese
uit glucogene aminozuren. Echter, dit kan leiden tot
ongewenst verlies aan spiermassa en ketonvorming.
De optimale range ligt, gezien de voedingsnormen
voor vetten en eiwitten, tussen 35 en 70 procent.
Daarbij wetende dat ze niet essentieel zijn, maar wel
voor de hand liggend, gezien de bestaande
voedingspatronen.” Schaafsma besluit zijn verhaal
met de metabole flexibiliteit van het lichaam. Daarbij
haalt hij een aantal variabelen aan die een rol spelen,
zoals het type substraat (bijvoorbeeld koolhydraten),
de energie-inname, het energiegebruik, de sensorische
voorkeuren. Er is nogal wat variatie tussen
voedingspatronen, en of het ene beter is dan het
andere is niet zonder meer te zeggen. Als het gaat om
de wenselijke verhouding tussen de macronutriënten
in de Nederlandse voeding sluit hij aan bij de eerdere
sprekers. “Er is onvoldoende kennis om in de
voedingsnormen (voor normaal gezonde personen)
optimale verhoudingen te kunnen aanbevelen en
vooralsnog moeten we volstaan met ranges”, aldus
Schaafsma.
In de discussie volgend op de presentaties van prof.
dr. ir. Ellen Blaak en prof. dr. ir. Gertjan Schaafsma
haakt men aan op de verschillen tussen gezonde en
Voor een optimale macronutriëntenverhouding voor
de gezonde mens:
§
Bij voorkeur uitgaan van ranges in plaats van
absolute waarden.
‘Hoe zit het met de normen voor
de minder- of niet-gezonde
mens?’
1
minder- gezonde mensen.
Op de vraag of de algemene voedingsrichtlijnen
specifieker gemaakt zouden moeten worden
antwoordt Ellen Blaak: “Uit onderzoek blijkt dat er
afname is van metabole risico’s door lifestyle-
interventies, maar dat de interventie niet bij iedereen
even effectief is. Het succes van een interventie kan
afhangen van de flexibiliteit van je stofwisseling om te
reageren op de verandering in voedingsinname.
Dan lijkt het me voor de hand liggend dat je op het
niveau van het individu of subgroep de voedings-
/lifestylerichtlijnen afstemt op het risicoprofiel”.
Voor een optimale macronutriëntenverhouding:
§
Op individueel niveau meer rekening
houden met subgroepen en hun
specifieke gezondheid c.q.
risicoprofielen.
11|
Gezondheidskundige aspecten
Suiker in perspectief, februari 2012
1) Noot: Eén van de onderwerpen die hierbij ter sprake kwam, was
niet-alcoholische leververvetting. Dit onderwerp zal bij een andere
gelegenheid dieper besproken worden.