Page 21 - SIP22

Basic HTML Version

“Een andere belangrijke boodschap is dat we in de
toekomst, naast algemene richtlijnen voor iedereen en
voor mensen met overgewicht, ook meer zouden
moeten toewerken naar richtlijnen voor subgroepen,
bijvoorbeeld ouderen. Zij zouden gebaat kunnen zijn
bij meer eiwitten, in verband met behoud van
spiermassa en gewicht. Maar daarvoor is eerst nog wel
meer informatie nodig over specifieke risicoprofielen
voor eventuele subgroepen.”
“Multidisciplinair discussiëren kan enorm waardevol
zijn, waarvan akte. Mijn verwachtingen waren al
positief, maar zijn op deze dag overtroffen: Goede,
onafhankelijke discussies in een prettige sfeer die
leidden tot nieuwe inzichten.” Zoals? “Dat de optimale
verhouding in macronutriënten een trending topic is,
dat mag na deze dag duidelijk zijn. Zelfs als de
uitkomst is dat deze optimale verhouding niet in
absolute hoeveelheden noch in percentages te vangen
is. Er is geen ideale verhouding; het is
doelgroepspecifiek. Denk aan topsporters, denk aan
afvallers, denk aan mensen met grote metabole
risico’s. Neem je dit vervolgens mee naar huis, dan sla
je toch een specifiekere denkrichting in.”
“Wat betreft de winst voor de voedingswetenschap an
sich denk ik dat er, zeker richting voorlichting, veel te
veel verschillende boodschappen zijn. Discussies
worden vaak over de hoofden van de consument
gevoerd die er - geheel terecht – al helemaal niets
meer van snapt. Men zou wat vaker moeten durven
zeggen dat men het ook nog niet weet. Dat siert een
mens, en zeker de wetenschapper. Door samen te
discussiëren en met nieuwe vragen te komen, zie ik
deze dag voor de wetenschap als bijzonder geslaagd.”
Volgens prof. dr. ir. Gertjan Schaafsma
zouden deskundigen-bijeenkomsten als deze
vaker georganiseerd mogen worden.
Ten slotte heeft ook prof. dr. ir. Edith Feskens
de dag als zeer positief ervaren.
“Ik vond het met
name verfrissend om, los van de dagelijkse
beslommeringen, eens ruim de tijd te kunnen nemen
voor dit interessante vraagstuk. Het is toch de stand
van de wetenschap: wat is er bekend en wat kunnen
we ermee?”
“Het belangrijkste punt dat ik heb willen maken is de
vraag ‘hoe we zouden moeten eten volgens de
Richtlijnen goede voeding én hoe doen we het ‘echt’?’
Dát is namelijk het verschil waar het om draait – niet
de verschillen tussen al die voedingen die ik heb laten
zien. Met alle respect; dat zijn eigenlijk slechts
variaties op een thema. De belangrijkste boodschap is
dus: aanbevelingen zijn goed om te geven, maar wat
doet de gemiddelde consument ermee? Is het wel
haalbaar om zo en zo te eten?”
“Als je me dan vervolgens vraagt welke voeding ik zelf
zou adviseren, dan denk ik dat ik toch eerst met de
persoon in kwestie in overleg zou willen gaan. De
risicofactoren in kaart brengen tot een profiel, en dan
pas kijken wat praktisch haalbaar is. Zou iemand
bijvoorbeeld drastisch meer vezel nodig blijken te
hebben, dan heeft het geen zin om dat klakkeloos voor
te schrijven. Je moet eerst kijken hoe je dat voor die
persoon, in zijn gegeven situatie ook smakelijk kunt
houden. Anders doen mensen het namelijk niet.
Realisme in dieetadvisering is voor mij dan ook net zo
belangrijk als differentiatie in doelgroepen.”
21|
Refelectie
Suiker in perspectief, februari 2012