16
|
Onvoldoende bewijs voor voedingsadviezen ADHD
Suiker in perspectief, mei 2013
Na een oproep van het televisieprogramma Zembla (op
zoek naar kinderen met ADD of ADHD) publiceerde
columnist Suzan Otten-Pablos een open brief aan de
programmamakers (
). Ze had graag
haar mening en ervaring met de makers gedeeld. ‘…Maar
omdat de strekking van deze oproep me doet denken aan
De ADHD-hype’ van een aantal jaren geleden doe ik het
niet en neem ik mijn verantwoordelijkheid alleen in de
vorm van deze brief. Rondom ADHD worden, met name
door de media, te vaak mythes verspreid, waardoor er
veel misverstanden bestaan. Het beeld dat in de media
geschetst wordt is regelmatig ongenuanceerd, onvolledig
en negatief.’ Ze schildert het eenzijdige beeld van ADHD.
‘…
Dat heeft tal van schadelijke gevolgen voor mensen
met ADHD en hun omgeving.’ En schrijft Otten ‘… Als
ik de verhalen op Twitter lees van mensen die inmiddels
contact met u hebben gehad, naar aanleiding van uw
oproep, houd ik mijn hart vast. Met lede ogen zie ik aan
dat de beeldvorming wéér onjuist zal worden neergezet,
in plaats van positief. Dat de pseudowetenschappers
oorverdovend veel lawaai maken en dat de deskundigen
en ervaringsdeskundigen, die echt iets zinnigs te melden
hebben, angstvallig stil blijven. Ook ik blijf stil. Stil omdat
ik niet mee wil werken aan een vooringenomen uitzending.
Want met polariserende journalistiek helpen we niemand.
De wetenschap dat er geknipt en geplakt zal gaan worden
inmijn verhaal verlamt me.’
voldoende wetenschappelijk bewijs bestaat. In dit rijtje
hoort zeker ook de claim over voeding en ADHD thuis.
Maar ondanks dit gegeven geloven veel ouders nog
steeds dat hun kinderen druk worden door het suiker-
goed dat ze krijgen op een verjaardagsfeestje. Terwijl dat
toch echt de minst aannemelijke aanwezige factor is om
druk van te worden tijdens de gekte van een kinderfeest!’
Vervolgonderzoek
Het RIVMmeldt in haar rapport aan het ministerie
dat de onduidelijkheid die nog steeds over het onder-
werp voeding en ADHD bestaat, eventueel zou kunnen
worden weggenomen door een interventiestudie. Dat zou
een dubbelblinde studie moeten zijn waarbij placebo- en
niet-voedingseffecten kunnen worden uitgesloten. Pelsser
en collega’s (zie kadertekst) zeggen dat zo’n aanpak niet
mogelijk is, maar het RIVM vindt dat het zeker niet on­
mogelijk is. Daarnaast wil het RIVMmeer inzicht krijgen
in de verschillen (bijvoorbeeld hoe ziet het dagmenu er
uit?) tussen kinderen met en zonder ADHD. Dat vraagt
om een observationele studie. Er zijn dus veel meer data
nodig zodat eventueel een causaal verband tussen voeding
en ADHD kan worden vastgesteld. Er moet antwoord
komen op vragen als welke voedingsmiddelen hebben
invloed? Wat zijn hun karakteris­tieken? En wie reageren
wel op voedings­middelen en wie niet? Het is nu afwach-
ten wat het ministerie van VWS doet met de aanbevelin-
gen voor vervolgonderzoek.
Commentaar
MEDIA-AANDACHT VOOR ADHD