Suiker in perspectief editie 30 | november 2014 - page 6

6|
Voeding, hersenen en gedrag
Suiker in perspectief, november 2014
cerebraal-biologische en cognitief-emotionele
factoren. Als je niet bereid bent om naar de
onderlinge beïnvloeding van beide niveaus te kijken,
de wijze waarop biologische en cognitieve processen
op elkaar inwerken, dan kom je nooit tot een
voldoende verklaringsmodel voor stress-gerelateerde
affectieve aandoeningen.ʼ Hij vertelt dat er de
afgelopen decennia steeds meer interesse is ontstaan
voor de invloed van voeding op onze hersenen en
gedrag. Welke effecten hebben koolhydraten
(waaronder suiker), eiwitten en/of specifieke
voedingsaminozuren op dit biologisch-cognitieve
samenspel? ‘Die interesse richt zich zowel op het
normaal functioneren als op aandoeningen die aan
stress zijn gerelateerd.’
Aandacht voor voeding
Markus stelt vast dat tot dusver weinig aandacht
is besteed aan het belang van interacties tussen
biologische en cognitieve processen bij het
ontstaan van stress-gerelateerde aandoeningen.
‘De situatie is de afgelopen tien jaar hier en daar
al enigszins verbeterd, maar onderzoekers houden
nog steeds weinig rekening met het belang van
bio-psychologische interacties in de opzet van hun
onderzoek.’ Hij verklaart dat onder andere door de
achtergrond van de onderzoekers. ‘Het hangt ook
samen met hun studierichting en/of affiniteit. Veel
studierichtingen binnen de psychologie en gedrags-
wetenschappen zijn nog steeds voornamelijk
cognitief dan wel – in mindere mate – biologisch
gericht. Alleen binnen een aantal specifieke richtin-
gen besteedt men enigszins aandacht aan neuro-
cognitieve interacties.’ Waarom het nodig is in dit
opzicht aandacht aan voeding te besteden? ‘Heel
simpel! Enerzijds omdat voeding direct van invloed
kan zijn op onze hersenen en gedrag, anderzijds
omdat daarover heel veel beweringen of ‘claims’
worden gebruikt waarvoor geen of onvoldoende
wetenschappelijk bewijs bestaat.’
Het begrip 'claim'
Markus gebruikt het begrip ‘claim’, maar benadrukt
dat het niet om de door de EFSA (European Food
Safety Authority) gebruikte term gaat. De EFSA
hanteert het begrip voor de geautoriseerde claims
die in het ideale geval zijn gebaseerd op goed
onderbouwd (herhaald en gecontroleerd)
wetenschappelijk onderzoek. ‘Ik denk dat circa 90%
van de ‘claims’ die nu op internet, in de media en
tussen mensen onderling worden gebruikt, niet
klopt.’ Hij geeft twee voorbeelden. ‘Suiker zou net
als een gevaarlijke drug verslavend werken.
Dat is pertinente lariekoek. Het is niet vreemd dat
menigeen in onze samenleving dat veronderstelt.
Vooral als een wetenschapper ongenuanceerd –
gebaseerd op onjuiste aannames – zo’n claim naar
voren brengt.’ Wetenschappelijke studies moeten
goed worden geanalyseerd. ‘Dat vereist intensieve
wetenschappelijk-methodologische scholing,
ervaring en objectiviteit. En je moet bereid zijn te
kijken naar de gemiddelde uitkomst van alle goed
VOEDING, HERSENEN & GEDRAG
1,2,3,4,5 7,8,9,10,11,12,13,14,15,16,...22
Powered by FlippingBook