In de slotbeschouwing van de Richtlijnen goede
voeding schrijft de commissie dat nadrukkelijk ook
maatregelen in de productieketens nodig zijn om de
ecologische belasting te verminderen. ‘Die maatregelen
kunnen inderdaad ook bijdragen, maar een groot deel
van de oplossing ligt veel dichter bij huis’, reageert di-
recteur Blonk. ‘Binnen de productkeuzes in de Richtlij-
nen goede voeding heb je nog heel veel mogelijkheden.
Je kunt heel duurzaam kiezen, maar ook heel mili-
eubelastend. Ik hoop dat het Voedingscentrum in de
vertaling naar een voorlichtingsmodel die duurzaam-
heidsaspecten wél kan meenemen. Natuurlijk is het
ook belangrijk dat voedingsvoorlichters op de hoogte
zijn van de beste keuzes op ecologisch gebied.’
Eet meer plantaardig en minder
dierlijk
‘De kernboodschap van de Richtlijnen goede voeding –
meer plantaardige en minder dierlijke producten – is
natuurlijk prachtig, helemaal in lijn met het ecologi-
sche principe. Hier past het advies om dagelijks ten
minste 200 gram groente en ten minste 200 gram fruit
te eten ook prima in. Maar focus dan met name op
groente en fruit van het seizoen’, vult Blonk aan, ‘die
zijn een stuk milieuvriendelijker. Kies bijvoorbeeld
geen aardbeien of tomaten in de winter. Let ook op de
herkomst. Waar komen de producten vandaan? Zijn
de boontjes bijvoorbeeld ingevlogen uit Afrika, dan be-
tekent dat dat het transport erg milieubelastend is ge-
weest.’ Hij heeft ook een tip voor voedingsvoorlichters:
‘Veel consumenten denken dat groente per se ‘vers’
moet zijn, en salades hebben helemaal een gezond
imago. Die grote koelvitrines in de supermarkt boorde-
vol zakjes salademixen zijn enorme energieverslinders.
Verantwoorde groente kan ook uit pot, blik of diepvries
komen, en waarom zou je in de winter sla willen eten
drs. Hans Blonk
Suiker in perspectief, november 2015
Richtlijnen goede voeding onder duurzaamheidsloep
| 21
