Bal bij de diëtist
‘Aan de ene kant denken huisartsen ‘voeding is
simpel’ maar aan de andere kant vinden ze het zo
ingewikkeld dat ze er niet aan beginnen. Dus ze
kunnen dan wel superenthousiast zijn als je tijdens
een lezing met elkaar over voeding spreekt, maar ze
geven er geen vervolg aan.’ Mathus-Vliegen vindt dat
de mensen in het voedingswerkveld huisarts en
praktijkondersteuner zouden moeten activeren.
‘Diëtisten realiseren zich bijvoorbeeld niet dat de
uitkomsten van onderzoek alleen in de
voedingswereld blijven hangen. Het nieuws komt
onvoldoende in de buurt van de huisarts. Jammer,
want de leek heeft veel vertrouwen in de huisarts en
het advies dat hij of zij geeft.’ Ze merkt op dat er
succesvolle voorbeelden zijn van diëtisten die goed
en enthousiast samenwerken met huisartsen. Maar
het kan beter. Mathus-Vliegen vindt dat de bal bij de
diëtist ligt. ‘Je moet als diëtist laten zien wat jouw
bijdrage in de praktijk kan betekenen. In de
huisartsopleiding moet aandacht worden besteed aan
de inbreng van de diëtist en de positieve gevolgen die
dat voor de levenskwaliteit van de patiënt heeft. Stel
je assertief op, ga je voorstellen aan de huisarts en
vertel wat je specialiteiten en voedingsinteresses zijn.
Het bevordert de samenwerking.’ Mathus-Vliegen
merkt nog op dat veel huisartsen ‘autoriteit’
belangrijk vinden. ‘De diëtist heeft wat hen betreft
doorgaans ‘weinig autoriteit’, de hoogleraar ‘veel’.
Daarom benadruk ik tijdens lezingen dat er
inmiddels ook diëtisten werken die aan de
universiteit zijn gepromoveerd. Superspecialisten
zijn het, dat weten huisartsen niet. Dus diëtist, laat
zien wat jullie kunnen!’
Artsenwijzer diëtetiek
Wanneer doet de huisarts er goed aan door te
verwijzen naar de diëtist? Ze kunnen om tafel gaan
zitten om daarover afspraken te maken door
bijvoorbeeld gebruik te maken va
n Artsenwijzer Diëtetiek. Het is een uitgave van de Nederlands
16|
‘Diëtist: timmer aan de weg’
Suiker in perspectief, maart 2016
VOEDINGSRICHTLIJN DIABETES EN
DOORVERWIJZEN NAAR DE DIËTIST
In 2015 publiceerde de Nederlandse Diabetes
Federatie
de Voedingsrichtlijn Diabetes 2015.Daarin staat duidelijk wanneer het gewenst is
door te verwijzen naar de diëtist. De richtlijn is
een voorbeeld van multidisciplinaire
samenwerking. Voedingsadviezen van de
diverse disciplines ondersteunen elkaar.
Diabetesverpleegkundige, praktijkondersteuner,
huisarts of internist kunnen bijvoorbeeld
algemene voedingsvragen beantwoorden. Er
zijn vier niveaus die variëren van
zelfmanagement van de patiënt (niveau 1) tot
en met begeleiding van de gespecialiseerde
diëtist (niveau 4) bij complexe behandeling.
Voor de huisarts die twijfelt om de diëtist in
consult te vragen: in de Voedingsrichtlijn staan
dertien voorkeursmomenten voor verwijzing
naar de diëtist.
‘Er zijn succesvolle
voorbeelden van diëtisten
die goed en enthousiast
samenwerken met huisartsen.
Maar het kan beter.’