Table of Contents Table of Contents
Previous Page  19 / 32 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 19 / 32 Next Page
Page Background

Willy Gilbert over de diëtist als medebehandelaar

|19

Suiker in perspectief, maart 2016

‘Als je als diëtist de kans hebt

om spreekuur te houden in de

huisartspraktijk, is dat een

goede keuze. Je merkt dat die

locatie de patiënt vertrouwen

geeft’, aldus diëtist Willy

Gilbert, voorzitter van de DCN (Diëtisten Coöperatie

Nederland), het landelijk netwerk van vrijgevestigde

diëtisten. Ze stelt vast dat het ontwikkelen van de

ketenzorg (voor patiënten met diabetes, COPD en

cardiovasculair risicomanagement) een behoorlijke

impuls is geweest voor samenwerking tussen

huisarts en diëtist. ‘In het begin waren er vooral

problemen over de financiële aspecten, maar het

betekende wel dat je met elkaar in gesprek was.

Uiteindelijk is er onder andere uit gekomen dat de

huisarts elke nieuwe diabetespatiënt doorverwijst

naar de diëtist.’ Dankzij de ketenzorg is de samen-

werking in diverse huisartspraktijken beter

geworden, de diëtist is nu medebehandelaar.

‘Je hebt natuurlijk ook te maken met de POH

(Praktijkondersteuner Huisarts), die is in de praktijk

de regisseur. Het kan lastig zijn omdat hij of zij ook

een rol heeft in de voedingsadvisering. Aanpak en

invulling hiervan verschillen per POH. Want hoe

baken je ‘advisering over algemene voeding’ af?

We weten allemaal hoe verwarrend het gebied van

voeding kan zijn.’ Maak duidelijke afspraken en

gebruik elkaars deskundigheid vindt Gilbert.

Zorg dat je in beeld bent

In de praktijk kan het informeren over nieuwe

voedingsontwikkelingen samenwerking tussen

huisarts en diëtist stimuleren. ‘Maak gebruik van

de momenten dat er grote belangstelling is voor het

onderwerp, zoals bijvoorbeeld de nieuwe Richtlijnen

goede voeding en − nu binnenkort − de herziene

Schijf van Vijf. Lift mee op de uitgebreide media-

aandacht om de interesse te wekken en vertel wat

het betekent voor de patiënt.’ En zegt ze: ‘Als je

betrokken wilt worden bij de behandeling van een

doelgroep als ‘kwetsbare ouderen’, ga op zoek naar

literatuur in de medische vaktijdschriften om je

aanpak te onderbouwen. Dat is toch de weg om met

elkaar het gesprek aan te gaan en een aanpak te

bespreken.’ Op de vraag of de diëtist voldoende aan

de weg timmert, antwoordt Gilbert: ‘Niet altijd.

De huisarts is vaak lastig te bereiken, maar je moet

wel contact zoeken. Je moet zorgen dat je in beeld

bent, stel vragen en zorg voor een goede terug-

rapportage. Je moet het hebben van de frequente

contacten. Daarom is spreekuur houden in de

huisartspraktijk zo aantrekkelijk. Je hebt contact

in de ‘wandelgangen’, je wordt gezien, je kunt

lobbyen en profileert je als voedingsdeskundige.’

Haar conclusie: ‘Ga als diëtist naar de huisarts toe.’

Huisartsbeurs 2016

De DCN brengt dat onder andere in praktijk door

met een stand deel te nemen aan de (tweejaarlijkse)

Huisartsbeurs van de Landelijke Huisartsen

Vereniging (2 april 2016, Jaarbeurs Utrecht). ‘We

willen zo de samenwerking met de diëtist onder hun

aandacht brengen en vertellen wat we voor oudere

en jongere patiënten kunnen betekenen.

Elke huisarts die onze stand bezoekt, krijgt een

exemplaar van ons Voedingsdagboek.’ Het Voedings-

dagboek van de DCN (120.000 maal verkocht) geeft

inzicht en uitleg over de rol van voeding. Primair is

het gericht op gezonde voeding en gewichtsreductie

maar ook te gebruiken bij een verhoogd cholesterol-

gehalte, diabetes en hypertensie. ‘Het boek geeft

huisarts en patiënt heldere informatie, het maakt

mensen bewust van hun voedingspatroon. Tegelij-

kertijd kunnen we onze e-coaching – waarbij we

mensen digitaal naar een gezonder eetpatroon

helpen – onder de aandacht brengen.’