28|
'Amerikanen maken het ongelooflijk ingewikkeld’
Suiker in perspectief, maart 20
16
passen in het gebruikelijke Nederlandse eetpatroon.
De Gezondheidsraad stelde vast dat er te weinig
onderzoek is uitgevoerd naar het effect van aardap-
pelen op chronische ziekten om een richtlijn op te
kunnen stellen. Voor dertien richtlijnen vonden we
overtuigend bewijs en voor twee richtlijnen aan-
nemelijk bewijs. Daar baseert het Voedingscentrum
de totale-dag-voedingen op en dat moet evenwichtige
voedingspatronen opleveren. De Nederlandse
richtlijnen zijn daardoor nog niet af.’
Amerikaanse randvoorwaarden
De Amerikanen stellen vooraf randvoorwaarden aan
de totale voeding: voldoen aan de energiebehoefte,
de aanbevolen hoeveelheden microvoedingsstoffen
realiseren en binnen het gestelde bereik van aan-
bevolen en% macrovoedingsstoffen, zoals 45-65 en%
koolhydraten, blijven. Kromhout daarover: ‘Ik vind
dat de Amerikanen het daarmee ongelooflijk inge-
wikkeld maken. Dat zet druk op het gehele patroon.
Daar kun je veel liberaler mee omgaan. Stel vooraf
minder randvoorwaarden, dat is flexibeler. Controle
achteraf is wel nodig. Het gaat om voedingspatronen
met een zo laag mogelijk risico op chronische ziekten
en daarvan wil je ook weten of die patronen voldoen
aan de aanbevolen hoeveelheden voedingsstoffen.
Het Voedingscentrum maakt verschillende dag-
patronen, die het RIVM doorrekent op aspecten als
aanbevolen hoeveelheden microvoedingsstoffen.’
Niet alleen verschillen,
ook overeenkomsten
Er zijn niet alleen verschillen, maar ook overeen-
komsten. De aanbevelingen voor groente, fruit,
volkoren graanproducten, oliën, zuivel, vis, keuken-
zout, transvetzuren, alcohol en voedingssupplemen-
ten komen redelijk overeen. Aan de inname van
totaal vet en cholesterol is geen beperking gesteld,
beide richtlijnen richten zich op de preventie van
vrijwel dezelfde ziekten. Botgezondheid is wel in
Amerika maar niet in Nederland meegenomen.
De richtlijnen hebben allebei het uitgangspunt dat
elke aanbevolen verandering in de voeding, hoe klein
ook, een stap in de goede richting is voor de volksge-
zondheid. Tot slot zijn beide richtlijnen bedoeld voor
professionals. Kromhout: ‘In Amerika moeten
allerlei organisaties de richtlijnen naar de praktijk
vertalen. In de Nederlandse situatie vertaalt het
Voedingscentrum de richtlijnen naar praktische
dagpatronen. Wij hebben het in Nederland beter
geregeld dan in Amerika. Ik ben in de Amerikaanse
richtlijn niets tegengekomen dat we voor de Neder-
landse situatie moeten overnemen.’
Van basisvoedingsmiddelen
naar pretproducten
De volgende stap is volgens Kromhout: ‘De literatuur
goed bijhouden op wat de ontwikkelingen zijn. Wij
hebben ons in de richtlijnen beperkt tot de basis-
voedingsmiddelen en ik verwacht dat er in de
toekomst ook voldoende bewijs komt om richtlijnen
op te stellen voor kant-en-klaar maaltijden, complexe
voedingsmiddelen en pretproducten als chocolade
en pindakaas.’
'In de Nederlandse situatie
vertaalt het Voedingscentrum
de richtlijnen naar praktische
dagpatronen.'