NIEUWSFLITSEN
Van de ongeveer 20 gram eiwit die je via de voeding
inneemt, komt binnen 5 uur circa 55% in de circulatie
(in de vorm van aminozuren). Ongeveer 20% daarvan
(~2 gram) wordt gebruikt om nieuw spierweefsel aan
te maken. Dat blijkt uit onderzoek van Maastricht
University, onder leiding van prof.dr. Luc van Loon.
Om dit te onderzoeken hebben de wetenschappers
eerst bepaalde aminozuren gelabeld (voorzien van een
‘chemisch vlaggetje’). Deze gelabelde eiwitbouwstenen
zijn vervolgens bij een koe ingespoten.
Uiteindelijk komen ze terecht in het melkeiwit caseïne.
De proefpersonen uit de studie kregen via een
melkdrankje 20 gram van dit caseïne binnen. In het
menselijk lichaam wordt de caseïne daarna weer
afgebroken in aminozuren die nog steeds gelabeld
zijn. Via een aantal moderne technieken konden de
wetenschappers precies vaststellen waar de
aminozuren uiteindelijk terecht komen.
Een voorbeeld van ‘je bent wat je eet’.
Bron: Groen et al. Post-Prandial Protein Handling:
You Are What You Just Ate. PLOS ONE, November 2015
‘Je bent wat je eet’
Wetenschappers worden beoordeeld op het aantal
artikelen dat ze publiceren en op de bladen waarin die
artikelen verschijnen. Maar ze lijken steeds vaker te
overdrijven. Dat schrijven onderzoekers van het UMC
Utrecht en het VUmc in Amsterdam naar aanleiding
van hun studie, gepubliceerd in The British Medical
Journal. Waarschijnlijk overdrijven ze om op te vallen
tussen de vele concurrerende artikelen. De Utrechtse
en Amsterdamse onderzoekers hebben 25 bij uitstek
positieve woorden gekozen zoals uniek, robuust,
ongekend, baanbrekend en nieuw en 25 negatieve als
teleurstellend, hopeloos, onmogelijk en onvoldoende.
Vervolgens hebben ze vastgesteld hoe vaak die
voorkomen in koppen en samenvattingen van alle
19 miljoen wetenschappelijke artikelen uit de periode
1974-2014 (database PubMed). De negatieve woorden
werden in 2014 ruim twee keer zo vaak gebruikt als in
de jaren zeventig. De positieve bijna negen keer vaker.
Sommige positieve woorden als robuust, nieuw,
innovatief en ongekend werden zelfs tussen de 25 en
150 keer vaker gebruikt. Als de trend zich voortzet
dan verschijnt over ruim honderd jaar geen enkel
wetenschappelijk artikel meer zonder de term ‘nieuw’
in de kop of de samenvatting. Het zou natuurlijk
kunnen zijn dat het gebruik van positieve woorden een
maatschappelijke trend is. Maar uit onderzoek naar
gedigitaliseerde teksten van een groot aantal boeken
verschenen tussen 1975 en 2009, blijkt dat niet.
De onderzoekers zeggen dat ze niet met volledige
Wetenschappers
lijken steeds vaker
te overdrijven
Nieuwsflitsen
|31
Suiker in perspectief, maart 2016
zekerheid kunnen uitsluiten dat de wetenschap
zichzelf de laatste jaren sterk verbetert. Hun conclusie:
de geloofwaardigheid van de wetenschap is er niet
mee gediend om onderzoeksresultaten rooskleuriger
voor te stellen dan ze zijn. Als bijna elk onderzoek
‘innovatief’ of ‘baanbrekend’ is, dan verliezen die
begrippen hun betekenis. Dat algemene media die
ronkende toon soms klakkeloos overnemen, helpt
daarbij volgens de auteurs ook niet.
Bron: The British Medical Journal, december 2015